WKR/Fiets van de zaak

Fiets van de zaak & Werkkostenregeling

Fiets van de zaak, hoe zit dat nu?

Sinds 1 januari 2015: Werkkostenregeling (WKR)

Sinds 1 januari 2011 is er ook een nieuwe regeling: de Werkkostenregeling. Tot en met 2014 mocht een werkgever ieder jaar opnieuw kiezen voor de Werkkostenregeling of voor de oude regels voor vrije vergoedingen en verstrekkingen (waar het Fietsplan onder valt). Vanaf 1 januari 2015 vervalt het Fietsplan en bestaat alleen nog deze Werkkostenregeling.

Door de Werkkostenregeling kan de werkgever maximaal 1,2% van het totale fiscale loon, de zogenaamde vrije ruimte, besteden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen voor zijn werknemers. De werkgever kan zonder beperkingen een fiets vergoeden of verstrekken binnen de forfaitaire ruimte van 1,2 procent van de loonsom. Er worden geen nadere eisen gesteld aan de fiets. Het mag ook een elektrische fiets of scooter zijn. Daarnaast kan een werkgever zelf bijvoorbeeld de frequentie van verstrekken, de hoogte van de aanschaf, het type fiets of de aard van het gebruik bepalen.

Als een werkgever boven deze 1,2% uitkomt, moet over het meerdere een naheffing van 80% worden afgedragen. Dit betekent dat werkgevers die gebruik gaan maken van de Werkkostenregeling bij moeten gaan houden hoeveel er verstrekt en vergoed wordt, omdat ze de grens van 1,2% van de loonsom in de gaten moeten houden. Veelal zal een werkgever binnen de WKR een fietsbudget vaststellen. Bijvoorbeeld 20% van de ruimte van de WKR wordt benut voor het beschikbaar stellen van fietsen. De werkgever kan bepalen dat een deel van de werknemers wel recht hebben op een fiets en een deel niet. Uiteraard moet dit wel kloppen met de arbeidsvoorwaarden.

Tip: vraag uw werkgever of hij binnen de WKR een fiets beschikbaar wil stellen en of er nog ruimte is.

Binnen de Werkkostenregeling bestaat er ook de mogelijkheid voor de werkgever om een renteloze lening te verstrekken aan de werkgever voor aanschaf van een fiets. De aanschaf van de fiets moet aantoonbaar zijn. Als de werkgever een kilometervergoeding betaalt, kan de lening hiermee terugbetaald worden.

Een duidelijk overzicht van de werkkostenregeling vindt u hier: Veelgestelde vragen WKR:

Vanaf 1 januari 2015 vervallen de fiscale regels voor vergoedingen en verstrekkingen  (waaronder de fietsregeling, personeelsuitjes, kerstpakketten, bedrijfsfitness etc.). Deze vallen dan onder de werkkostenregeling. De werkgever heeft een budget van 1,2% van de totale loonsom die hij kan benutten voor vergoedingen en verstrekkingen aan zijn werknemers. Wordt dit budget overschreden, dan moet de werkgever 80% naheffing betalen.

Dit betekent dat werkgevers die gebruik gaan maken van de werkkostenregeling bij moeten gaan houden hoeveel er verstrekt en vergoed wordt, omdat ze de grens van 1,2% van de loonsom in de gaten moeten houden. Ook zal daarbij nagedacht moeten worden over de toekenning van de beschikbare ruimte aan het personeel. Maken ze daar een totaal bedrag van of gaan ze de beschikbare ruimte per individuele werknemer berekenen?

De werkkostenregeling is sinds 2011 van kracht, maar is vanaf 1 januari 2015 verplicht voor alle werkgevers.

Elke werkgever kon met ingang van 2011 jaarlijks kiezen voor alle vergoedingen en verstrekkingen (zoals de fiets van de zaak, bedrijfsfitness, personeelsuitjes, kerstpakketten etc.) volgens de bekende huidige regels uit te blijven voeren óf deze allemaal onder te brengen in de werkkostenregeling. Tot 2014 kon ieder jaar opnieuw een keuze gemaakt worden tussen beide mogelijkheden. Vanaf 1 januari 2015 bestaat alleen de werkkostenregeling nog.

Nee, zeker niet. Tot en met 2014 kan er van de huidige bestaande fiscale fietsregeling gebruik worden gemaakt. Ook na invoering van de werkkostenregeling blijft de mogelijkheid voor een ‘fiets van de zaak’ bestaan. Echter er zal dan wel door de werkgever goed moeten worden gekeken naar het beschikbare budget, om niet een naheffing te moeten betalen.

De huidige fietsregeling vervalt onder de WKR. Daarvoor in de plaats kan de werkgever zonder beperkingen een fiets vergoeden of verstrekken binnen de forfaitaire ruimte van 1,2% van de totale loonsom. Er worden geen nadere eisen gesteld aan de fiets. Het mag ook een elektrische fiets of scooter zijn. Daarnaast kan een werkgever zelf bijvoorbeeld de frequentie van verstrekken, de hoogte van de aanschaf, het type fiets of de aard van het gebruik bepalen.

Binnen het Bedrijfsfietsenplan is het verstrekken van een fiets voor het woon-werkverkeer door de werkgever aan de werknemer verreweg de meest gebruikte methode. Dit houdt in dat de werkgever de fiets aanschaft en onmiddellijk in eigendom overdraagt aan de werknemer. Soms wordt er binnen het Bedrijfsfietsenplan gekozen voor het vergoeden van de fiets, in dat geval wordt de fiets eerst door de werknemer aangeschaft en vervolgens door de werkgever vergoed. In beide gevallen is het vervolgens het meest gebruikelijk dat de werknemer als tegenprestatie brutoloon of brutoloonbestanddelen voor de fiets inlevert; het zogenaamde uitruilen of verrekenen. In alle gevallen, vergoeden, verstrekken en al dan niet uitruilen, telt het fiscaal voordelige deel mee in de 1,2% van de totale loonsom.

Het kan natuurlijk zijn dat de forfaitaire ruimte van 1,2% niet voldoende is om voor meerdere medewerkers een fiets aan te schaffen. Binnen de WKR bestaat de optie om de niet uitgekeerde reiskosten te gebruiken voor het aflossen van een renteloze personeelslening, waarmee een fiets kan worden aangeschaft. Op deze manier blijft de forfaitaire ruimte ongemoeid. De aanschaf van de fiets kan wel verrekend blijven met brutoloonbestanddelen. Naast deze mogelijkheid bestaan er nog meer mogelijkheden om medewerkers een ‘fiets van de zaak’ te blijven aanbieden, bijvoorbeeld door middel van een leaseconstructie.

Op www.werkkostenregeling.net en www.werkkostenregeling.info vindt u meer informatie. Wilt u meer informatie over welke mogelijkheden er zijn voor een bedrijfsfiets? Neem dan contact op met ons.